Contactlenzen en zuurstofdoorlatendheid

Ook jouw ogen moeten ademen - het hoornvlies heeft zuurstof nodig om gezond te blijven. Als je contactlenzen draagt, is het belangrijk dat ze voldoende zuurstof doorlaten. Hier lees je wat zuurstofdoorlatendheid precies betekent, hoe je de waarde kunt aflezen en welke lenzen het beste bij jou passen.

Wat betekent zuurstofdoorlatendheid bij contactlenzen?

Je hoornvlies heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig om goed te functioneren. Die krijgt het niet via bloedvaten, maar via het traanvocht. Omdat er geen adertjes door het hoornvlies lopen (anders zou het niet doorzichtig zijn), is het belangrijk dat jouw lenzen voldoende zuurstof doorlaten. Moderne materialen maken dat mogelijk.

Het materiaal maakt het verschil

De mate van zuurstofdoorlatendheid hangt af van het lensmateriaal.

• Hydrogellenzen worden al sinds de jaren zestig gebruikt. Ze bestaan grotendeels uit water, dat de zuurstof naar het hoornvlies transporteert. Hoe meer water de lens bevat, hoe beter de zuurstofdoorlaatbaarheid - maar die is beperkt.
• Silicone-hydrogellenzen  zijn veel luchtdoorlatender. Dankzij het siliconemateriaal komt er meer zuurstof bij het oog, zelfs als de lenzen een lager watergehalte hebben. Sommige types kun je zelfs ’s nachts dragen.
• Harde (vormstabiele) lenzen laten de meeste zuurstof door. Ze bevatten geen water en bedekken slechts een klein deel van het hoornvlies, waardoor de zuurstoftoevoer optimaal blijft.

 Wat is de Dk-waarde en Dk/t-waarde?

De zuurstofdoorlatendheid van contactlenzen wordt op de verpakking aangegeven met de Dk-waarde of Dk/t-waarde.

• De Dk-waarde geeft aan hoe goed zuurstof door het lensmateriaal heen kan.
• De Dk/t-waarde houdt ook rekening met de dikte van de lens (t = thickness) en zegt dus meer over de daadwerkelijke zuurstofoverdracht naar het oog.

Hoe hoger de waarde, hoe beter de lens zuurstof doorlaat. Ter vergelijking:

Let op: deze waarden worden in laboratoria gemeten. In de praktijk kan het watergehalte van de lens dalen tijdens het dragen, waardoor de zuurstofdoorlaatbaarheid afneemt.

Wat gebeurt er bij te weinig zuurstofdoorlatendheid?

Draag je lenzen met een te lage Dk/t-waarde of die niet goed zijn aangemeten, dan krijgt je hoornvlies te weinig zuurstof. Dat kan leiden tot hypoxie (zuurstoftekort). Symptomen zijn onder andere zwelling van het hoornvlies (cornea-oedeem) of zelfs groei van bloedvaatjes in het hoornvlies (angiogenese) - iets wat het zicht blijvend kan beïnvloeden.
Daarom is het belangrijk dat je:

• de aanbevolen draagtijd van je lenzen niet overschrijdt, 
• je lenzen niet ’s nachts draagt, tenzij ze daarvoor geschikt zijn,
• en je lenzen laat aanmeten door een opticien of contactlensspecialist. 

Wat je moet onthouden

• De zuurstofdoorlatendheid wordt aangegeven met Dkof Dk/t-waarde.
• Die hangt af van het materiaal en de dikte van de lens.
• Een te lage doorlatendheid kan het hoornvlies beschadigen.
• Silicone-hydrogellenzen bieden meestal de beste zuurstoftoevoer.
• Zo zorg je ervoor dat je ogen elke dag gezond blijven - en dat je lenzen comfortabel blijven aanvoelen.

👀 Misschien vind je deze adviesartikelen ook interessant:

Welke contactlenzen heb ik nodig?

Kan ik eenvoudig wisselen van merk contactlenzen?

Lenzen schoonmaken, hoe doe ik dat?